Kanaal ecologische corridor | Newsletter 12 | september 2024
   
 
De meeuwen van het kanaal: een onvermoede diversiteit

Kokmeeuwen © M. Segers
Van de zee naar Brussel

Tot de familie van de laridae behoren meeuwen, vogels die de vakantiegangers langs de Belgische kust goed kennen en regelmatig tegenkomen op de zeedijk, het strand of de pier. Meeuwen zijn intelligente vogels (net als kraaiachtigen), met imposante spanwijdten voor sommige soorten en hebben een herkenbare, klaaglijke roep. In de Franse taal heeft die kenmerkende roep hen zelfs hun naam opgeleverd; het woord ‘goéland’ komt namelijk van het Bretonse ‘gouelan’, wat ‘huilen’ betekent!

Pontische meeuw en kokmeeuwen © M. Segers
Hoewel oorspronkelijk zeevogels, zijn verschillende soorten meeuwen met een opportunistisch dieet vanaf de jaren veertig dichter bij de kust gaan leven, aangetrokken door de vis die werd aangevoerd door de industriële visserij. Sinds het midden van de jaren zestig zijn deze meeuwen zelfs geleidelijk het binnenland binnengedrongen en hebben ze zich uitgebreid, vooral door de toename van het aantal vuilnisbelten. Ze komen nu veel voor bij meren, kanalen en rivieren, maar ook in weilanden en akkers, waar ze evengoed voedsel vinden. Gewoonlijk nestelen ze aan de kust (duinen, kliffen,...), maar sommige individuen nestelen nu in het binnenland, zelfs in het Brusselse Gewest, waardoor ze hun band met de zee verliezen.

Vogels die niet altijd makkelijk te identificeren zijn

Onvolwassenen Pontische meeuw en zilvermeeuw © M. Segers
Wereldwijd zijn er 103 soorten laridae1 (ondersoorten niet meegerekend), waarvan er de laatste jaren al meer dan tien zijn waargenomen in de kanaalzone in Brussel! Voor een leek is het moeilijk om ze uit elkaar te houden, want de volwassen dieren (mannetjes en vrouwtjes) van deze soorten hebben vaak dezelfde kleuren: een mengeling van wit en grijs in het verenkleed, met zwarte vleugelpunten die wit gevlekt zijn. Als je echter goed kijkt, zie je al snel een paar verschillen, zoals de grootte, vorm en kleur van de snavel, de grijstint van het verenkleed (licht of donker), de kleur en lengte van de poten, de kleur van de ogen en de roep.

Stormmeeuw © M. Segers
Een beginnende vogelspotter moet vaak nog wennen aan de subtiele verschillen tussen de ondersoorten en heeft meer dan eens moeite met het onderscheiden van juveniele meeuwen. Onvolwassen vogels van alle meeuwensoorten hebben namelijk een licht verbleekt verenkleed met bruine en grijze tinten, dat na verloop van tijd verandert. Elk jaar vinden er twee periodes van rui plaats, één in de lente en de andere in de herfst, waardoor de jonge vogels jaar na jaar dichter bij het verenkleed van hun moeder en vader komen. Terwijl kokmeeuwen na één jaar hun volwassen verenkleed bereiken, moeten de grote meeuwen tot hun vierde jaar wachten voordat ze zich een volwassen verenkleed aangemeten hebben. Ook de snavel en de poten veranderen geleidelijk van kleur naarmate meeuwen ouder worden.

Soorten waargenomen op het kanaal

De afgelopen tien jaar zijn er elf soorten meeuwen waargenomen op het kanaal van Brussel door enthousiaste vogelaars, die hun waarnemingen vaak noteren op de website waarnemingen.be.

Zwartkopmeeuw © M. Segers
Een zeer algemene soort die goed bekend is bij het grote publiek is natuurlijk de kokmeeuw, een kleinere soort met een lengte van 35 tot 39 cm die in heel Europa te vinden is, maar ook in een groot deel van Azië, tot zelfs in Mongolië. Zijn felrode snavel en poten zijn kenmerkend, net als de kleine donkerbruine kap die op de broedende volwassen dieren verschijnt in het vroege voorjaar. Er zijn ook enkele exemplaren van twee andere meeuwensoorten gezien: de zwartkopmeeuw, die in verschillende Belgische provincies broedt en onder andere in Spanje en de Westelijke Sahara overwintert, en, heel onverwacht, de dwergmeeuw.

Zilvermeeuw © M. Segers
De zilvermeeuw, die zijn naam dankt aan de kleur van de veren die zijn rug bedekken, is een algemene soort die het hele jaar door op het kanaal te vinden is. Hij kan slecht zwemmen (maar goed lopen!), is groter dan de kokmeeuw (54 tot 60 cm) en heeft, zoals veel meeuwen, een gele snavel met een rode vlek op de onderkaak. Zijn rozige poten helpen hem echter te onderscheiden van de Pontische meeuw en de geelpootmeeuw, waarmee hij verward zou kunnen worden. Hoewel de gemiddelde levensverwachting van de zilvermeeuw twaalf jaar is, kunnen sommige individuen meer dan dertig jaar oud worden!

Geelpootmeeuw © M. Segers
Kleine mantelmeeuw © M. Segers
De geelpootmeeuw is te onderscheiden van de zilvermeeuw door zijn felgele poten en gehaakte snavel. De individuen die hier worden gezien zijn minder talrijk en zwerven tot aan het kanaal vanuit de Middellandse Zeekust of Centraal-Europa, waar ze sedentair zijn. De Pontische meeuw dankt zijn naam aan het uitgestrekte geografische gebied waar hij in grote aantallen broedt: de oevers van de Zwarte Zee. De laatste twintig jaar heeft de soort zich echter in westelijke richting verspreid naar Polen, Duitsland en nu ook onze streken. De stormmeeuw is ook een soort die op het kanaal voorkomt, maar op een meer seizoensgebonden basis (tussen september en april). Hij is te onderscheiden van andere meeuwen door zijn kleine formaat, korte snavel, groengele poten en zwarte oog.

Door zijn leigrijze verenkleed is de kleine mantelmeeuw gemakkelijk te onderscheiden van de bovengenoemde meeuwen. Hoewel hij traditioneel noordelijker broedt, aan de Scandinavische en IJslandse kusten, is er in 2019 voor het eerst een nest waargenomen in het Brusselse Gewest!

Kleine burgemeester © M. Segers
Laten we afsluiten met drie meeuwensoorten die vrij zeldzaam zijn in onze Brabantse breedtegraden, maar die toch op het kanaal zijn waargenomen. Ten eerste, de grote mantelmeeuw. Met een lengte van 61 tot 74 cm en een spanwijdte van 144 tot 166 cm is deze meeuw met zijn zwarte bovenkleed de grootste meeuw van Europa! De kleine burgemeester, een inheemse meeuw van Groenland, werd enkele jaren geleden gedurende vijf opeenvolgende winters waargenomen. De grote burgemeester, groter van formaat dan de kleine burgemeester maar met een gelijkend verenkleed, heeft ook een verre herkomst en broedt in het noordpoolgebied samen met enkele andere koppels of in kleine groepen.

Gewoonten en gebruiken van de meeuwen in het Brussels Gewest

Kokmeeuwen © M. Segers
Onvolwassen zilvermeeuw © M. Segers
Meeuwen bij het afvalcentrum © M. Segers
Terwijl het kanaal dient als trekroute voor veel vogels, wordt het door de meeuwen ook gebruikt voor hun nogal ongewone dagelijkse verplaatsingen, vooral in de winter. Wie langs het schipperijdok in Anderlecht wandelt, heeft waarschijnlijk al indrukwekkende groepen van onder andere kokmeeuwen en zilvermeeuwen op dit stuk van het kanaal opgemerkt.

Na een dag voedsel zoeken, verzamelen honderden meeuwen zich hier in de schemering, rustend op het water of zwevend in de lucht. Voor veel van de meeuwen is dit een verzamelplaats, waar sommigen van de gelegenheid gebruik maken om zich te verzorgen. Een deel van de groep vertrekt echter dezelfde avond nog om het kanaal in noordelijke richting te volgen, naar Haren, Vilvoorde of zelfs de provincie Antwerpen, op zoek naar een slaapplek waar ze samen kunnen overnachten, zoals een groot dak of een uitgestrekt waterlichaam. De afstand tussen deze verzamelplaats en de eigenlijke slaapplek kan soms meer dan 50 km bedragen! De stoet begint de volgende ochtend opnieuw, in de omgekeerde richting.

Langs de hele lengte van het kanaal kunnen wandelaars regelmatig meeuwen op verschillende plaatsen zien: in de lucht, drijvend op het water, lopend langs de kades of neergestreken op lantaarnpalen, daken of leuningen. Maar er zijn ook twee bijzondere plekken waar ze overdag in groten getale samenkomen, op het noordelijke deel van het kanaal: twee afvalcentra langs de waterweg, waar de meeuwen naar voedsel zoeken. Deze vogels, met hun gevarieerde dieet, zijn er niet vies van om voedselresten uit vuilnisbakken op hun menu te zetten. Te midden van deze dagelijkse bijeenkomsten zullen vogelaars niet alleen de gebruikelijke soorten kunnen observeren, maar ook andere die minder algemeen zijn, en – waarom niet – in de nabije toekomst misschien zelfs een nieuwe soort die tot nu toe nog geen deel uitmaakt van de Brusselse meeuwen!

Grenzeloze Schelde, september 2024
Onze dank gaat uit naar Maurice Segers voor het proeflezen van dit artikel en voor zijn foto's.

1 www.oiseaux.net/aves/laridae.html
 

Terug naar de inhoudsopgave >