|
DE DENDER TUSSEN ATH, GERAARDSBERGEN EN AALST NADER BEKEKEN
Landschap en groen karakter van de bovenloop zijn sterke troeven
Bijna de gehele Denderloop, maar zeker het gedeelte vanaf Erembodegem (Aalst) en verder langs Affligem, Denderleeuw, Liedekerke, Roosdaal, Ninove, Geraardsbergen, Lessines tot Ath heeft een uitgesproken groen karakter, enkel onderbroken door relatief kleine en geconcentreerde stedelijke kernen. In de stedelijke kernen liggen de belangrijke historische bezienswaardigheden bijna altijd aan of in de directe nabijheid van de rivier.
Enkel in het centrum van Aalst en meer bepaald op de linkeroever tussen de Sint-Annabrug en de Zeebergbrug heeft de Dender nog het uitzicht van een industriële zone behouden. Het groot industrieel complex van Syral (vroegere beter bekend als Amylum) verwerkt er landbouwproducten (vooral granen) tot glucose, smaakstoffen, zetmeel, bio-ethanol, e.a. Grondstoffen worden ten dele per schip aangevoerd.
Stroomafwaarts het stadscentrum van Aalst bevinden zich aan beide zijden van de rivier uitgebreide industriezones, die doorlopen in de deelgemeenten Herdersem en Hofstade. Een aantal bedrijven maken gebruik van de Dender voor het vervoer van hun goederen per schip. In deze zone is ook het hoofdkwartier en een aantal logistieke units gevestigd van het internationale en gerenommeerde bagger- en bouwbedrijf Jan De Nul, in zijn branche een topspeler op wereldniveau.
Nog verder stroomafwaarts Aalst wordt het landschap in toenemende mate getypeerd door de open laagvlakte van de polders met veeteelt als enige economische benutting. Waterbeheersing is hier van het hoogste belang. Omdat bij grote watervloed het niet mogelijk is op elk ogenblik water af te voeren naar de tijgebonden Schelde, werd in Denderbelle het ‘Bellebroek’ aangelegd, een groot overstromingsgebied met een bufferfunctie dat Dendermonde behoedt voor zware overstromingen.
Stroomopwaarts Aalst liggen er langsheen de Dender ook belangrijke natte bosgebieden zoals het Osbroek, de Gerstjens, de Wellemeersen en de Kapellemeersen, afgewisseld met heel waterrijke, open graslanden waar steeds meer watervogels vertoeven.
Het glooiend rivierlandschap tussen Ninove en Geraardsbergen wordt algemeen als het mooiste deel van de Dender beschouwd.
Het bijna ononderbroken fietspad langsheen de Dender - over de gewestgrens heen! - liet de rivier sinds een aantal jaren uitgroeien tot één van de belangrijkste hoofdassen voor het fietstoerisme in ons land! Wielertoeristen kennen de streek natuurlijk van ‘de Muur’ en de Oudenberg in Geraardsbergen en van de aankomst (tot in 2011) van de Ronde van Vlaanderen in Ninove, allebei in de nabijheid van de Dender.
Ook pleziervaart, passagiersvaart en watersport met kajaks doen het goed op de smalle, bochtige en niet gemakkelijk te bevaren rivier die de Dender is.
Initiatieven als o.m. de natuur- en milieueducatieve centra ‘De Helix’ in Geraardsbergen en ‘De Waterkant’ in Aalst bieden een educatieve werking aan rond landschap, natuur, water en rivier in de streek en operatoren zoals het provinciaal domein ‘De Gavers’, de toeristische diensten en een aantal anderen verzorgen een recreatief en toeristisch aanbod van fietstochten, wandelingen en vaartochten.
Waterkwaliteit
Sinds ongeveer twintig jaar (1990) evolueerde de Dender gestaag van een ‘open riool’ naar een rivier met een ‘redelijk’ waterkwaliteitsniveau. Het ging dus al een heel eind de goede richting uit, maar een verdere kwaliteitsverbetering blijft noodzakelijk.
Zo is de biologische waterkwaliteit en de zuurstofhuishouding op veel plaatsen nog onvoldoende en in de aanwezige grote vispopulatie zijn nog niet alle soorten vissen voldoende aanwezig. Vissen en dieren die bestendig schoon water nodig hebben, zijn nog relatief zeldzaam. Voor een betere waterkwaliteit moet de zuiveringsgraad dus nog verder naar omhoog.
Veel werd al geïnvesteerd in de bouw, uitbreiding en/of verbetering van de waterzuiveringsinfrastructuur - denk aan de installaties in bv. Geraardsbergen, Zandbergen, Ninove, Liedekerke en Aalst in Vlaanderen en bv. Ath en Lessines in Wallonië.
Ook de bedrijven hebben terzake een belangrijke bijdrage geleverd.
De gemeenten van de Denderstreek worden aangezet om van de verdere aanleg en verbetering van rioleringen versneld werk te maken en hier en daar komen er ook gescheiden rioleringsstelsels om de ‘verdunningsproblematiek’ te helpen oplossen van het water dat gezuiverd moet worden in de RWZI’s (rioolwaterzuiveringsinstallaties). De aanpak van rioleringen en aansluiting op collectoren wordt thans een essentiële voorwaarde voor verdere vooruitgang van de waterzuivering.
Ecologische kwaliteit
Al vormde een fel verbeterde waterkwaliteit een absoluut noodzakelijke voorwaarde voor o.m. ecologisch herstel en terugkeer van vissen en watervogels, toch is zuiver water alleen niet voldoende. Voor een verdere verbetering van de natuurwaarden in en langs de Dender moeten ook de relatie en interactie tussen waterlopen (rivier en bekenstelsel) en hun oevers verder verbeterd worden.
Naast de waterverontreiniging leidde de versnippering en de veranderde morfologie en structuur van de waterloop ten gevolge van bepaalde menselijke ingrepen (bebouwing, rechttrekkingen, herkalibreringen, harde oeververstevigingen) in het verleden vaak niet alleen tot een verminderde waterkwaliteit, maar ook tot een verminderde ecologische leefbaarheid. Een achteruitgang van de biodiversiteit was het gevolg en dat uit zich in een weinig evenwichtig visbestand, weinig waardevolle oever- en watervegetatie, enz.
Uitbreiding van meer natuurlijke oevers, moeraszones en rietkragen kan de planten- en dierenrijkdom doen toenemen en is ook bevorderlijk voor het landschappelijk karakter en … last but not least … helpt om de schade door overstromingen te minimaliseren.
Waterbeheersing
De Dender is altijd al een grillige rivier geweest. De Kelten, die in
de 5de tot de 3de eeuw voor Christus in de Denderstreek woonden, noemden de rivier ‘Tanera’, wat wil zeggen ‘de woelige, de bruisende’. De Dender is een typische ‘regenrivier’. Als het overvloedig regent, kan de Dender de snelst stromende rivier van Vlaanderen worden. Vroeger trad de Dender in de winter buiten haar zomerbedding en werden de laaggelegen meersen bevloeid. Nu is de Dender nog altijd bekend om haar overstromingsgevaar, maar nu vaker dan vroeger met kwalijke gevolgen omdat de mens de natuurlijke overstromingsgronden inpalmde. Extra water is er nu bovendien doordat er minder water in de grond dringt (door bebouwing, industrialisatie, wegenbouw en drainage van weilanden), waardoor het sneller afvloeit naar de Dender. Ook de extremere weersomstandigheden dragen hun ‘druppeltje’ bij.
Toch kennen we de Dender meestal als een ‘luie’, traag stromende rivier. In droge periodes komt er weinig water in de Dender en staat het water praktisch stil. In die droge periodes kan je de Dender bijna vergelijken met een hele rij meertjes met stilstaand water, van elkaar gescheiden door 13 sluizen en stuwen. Zonder die stuwen zou de Dender onbevaarbaar zijn en ‘leeglopen’.
De stuwen houden het waterpeil voldoende hoog zodat ook scheepvaart mogelijk blijft.
Dit soms zeer lage debiet heeft trouwens ook een grote invloed op de waterkwaliteit, omdat lozingen dan minder verdund worden. Langdurige droogte en warmte in de zomer kunnen ook leiden tot onvoldoende zuurstof in het water, met vissterfte tot gevolg. In periodes van langdurige warmte en droogte is het vooral de scheepvaart die voor voldoende zuurstof in het water kan zorgen.
Algemeen wordt aanvaard dat de rivier meer ruimte moet krijgen om o.m. schade bij overstromingen te beperken. Naast buffering van het overtollige water moet vooral aandacht gaan naar het systematisch ophouden van het water op alle niveaus (poelen, beken, stuwen), meer indringing van het water in de bodem, een vertraagde afvoer en het behouden van een voldoende diepe waterkolom. Deze aanpak - de zgn. drietrapsstrategie ‘vasthouden - bergen - afvoeren’ - schept ook nieuwe kansen voor de natuurontwikkeling.
Voor de aanpak van waterbeheersing dringen zich afspraken over de gewestgrenzen heen op.
Als stroomopwaarts het water onvoldoende of teveel vastgehouden worden, zijn problemen stroomafwaarts evident!
De vernieuwing van de oude stuwsluizen (Papignies en Deux-Acren in Wallonië en alle nog handbediende stuwsluizen in Vlaanderen), is ook nodig om bij te groot debiet en overstromingsgevaar versnelde waterafvoer mogelijk maken.
Bevaarbaarheid en scheepvaart
Voor scheepvaart tussen Aalst en Dendermonde zou de maximumcapaciteit voor de schepen in de toekomst verhoogd worden van 600 naar 1350 ton. Daartoe zou een grotere sluis te Denderbelle gebouwd worden. Ook de oude kleine sluis te Aalst (voor schepen tot 300 ton/'spitsen') die zich nu in het stadscentrum bevindt, zou 600 m verder stroomopwaarts worden ingepland.
Stroomopwaarts Aalst is het goederenvervoer per schip van en naar Wallonië marginaal geworden. Tussen Aalst en Geraardsbergen kunnen enkel schepen van 300 ton varen, zij het moeizaam omwille van de vele scherpe bochten, de smalle vaarweg, de aanslibbing en de lage bruggen.
In Wallonië werd de Dender midden 2011 volledig gebaggerd tot een diepte van 1,90 m. In Wallonië wordt momenteel sterk gedacht om een deel van de stenen die uit de porfiergroeven worden gewonnen, per schip vanuit Lessines stroomopwaarts te vervoeren. Door dergelijk nieuw gebruik en door voldoende passagiers- en pleziervaart kan hopelijk de vicieuze cirkel van verminderde bevaarbaarheid, aanslibbing, te beperkt onderhoud en te weinig scheepvaart worden doorbroken.
Integratie van water en rivier in de stad
De Dender is een smalle rivier die in de zone tussen Aalst, Geraardsbergen en Ath nooit werd aangepast aan het moderne scheepvaartverkeer en mogelijk ook daardoor in grote mate haar natuurlijke en charmante karakter behield. Ook de oude handbediende sluisjes vormen een attractie.
Tot vijftien jaar geleden waren de buurten waar de vervuilde en onwelriekende Dender doorheen liep nog eerder achtergestelde stadszones.
Dankzij de verbeterde waterkwaliteit en het verdwijnen van milieuhinder werd een ontwikkeling ingezet waarbij deze zones langsheen de Dender een geheel proces en metamorfose ondergingen en ondergaan.
Nu wordt de aanwezigheid van water in elk van de Dendersteden beschouwd als een grote troef voor een verhoogde stedelijke attractiviteit.
Zowat alle steden en gemeenten langs de Dender maken de laatste jaren van de stedenbouwkundige integratie van de Dender een belangrijk actiepunt.
Op meerdere plaatsen werden door de waterwegbeheerder de waterkant van de verschillende steden grondig vernieuwd en op andere plaatsen werden nieuwe fiets- en voetgangersbruggen aangelegd.
Dat was o.m. het geval te Geraardsbergen (vernieuwing van de kaaien), Ninove (brug ’t Oeversteksken en omgeving stadspark), Denderleeuw (Schiptrekkersbrug), Dendermonde (project ‘De Dender loopt’) en Aalst (project Aalst Stationsomgeving) zijn er al mooie realisaties of staan die in de steigers om de Dender beter te integreren in het stadsweefsel.
Wonen aan het water is hierbij erg aantrekkelijk geworden en veel projectontwikkelaars spelen daar dan ook gretig op in.
Veel van de Dendersteden beschikken bovendien over een rijk historisch erfgoed dat vaak in de directe nabijheid van de Dender gelegen is, denken we maar aan de Hôpital Notre Dame à la Rose in Lessines, de Tour Burbant in Ath, het stadhuis van Dendermonde, het Oud-Hospitaal in Aalst, ….
Integrale benadering
Om de diverse functies van de Dender verder te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen werd in Vlaanderen in samenwerking met alle betrokken wateractoren voor het Denderbekken een bekkenbeheerplan opgesteld. In de deelbekkenbeheerplannen werden dan verder oplossingen uitgewerkt om waterproblemen op het lokale plan, dus ook vrij concreet, uit te werken tegen 2012. Binnen Vlaanderen kwam die integrale benadering tot stand in overleg en met inspraak van de burger, gemeentelijke adviesraden, provinciale adviesraden, enz.
Maar meermaals rijst de vraag of dit bekkenbeheerplan ook wel voldoende aandacht schenkt aan de Dender zelf en haar bekenstelsel?
Bestaat er wel een duidelijk langetermijnplan voor de Dender zelf waarin alle strategische keuzes beschreven staan?
Een meer integrale, grensoverschrijdende bekkenaanpak, zoals die ook door de Europese Unie wordt voorgestaan (in o.m. de Kaderrichtlijn Water), grensoverschrijdende informatie, contacten en samenwerking tussen de verschillende instanties zijn o.i. nodig om de toekomst van de Dender, inzonderheid van de 50 km tussen Ath en Aalst verder in goede banen te leiden.
Dat er zich ondertussen op en om de Dender, op het terrein zelf, een gunstige ontwikkeling doorzet, is echter duidelijk.
De aanwezigheid van schoon water in de rivier, het uitgesproken groene karakter, het rijke historisch erfgoed van de Dendersteden, de prachtige wisselende landschappen en de ligging van de Dendervallei als groene buffer tussen grote agglomeraties als Brussel, Gent en Charleroi hebben het uitzicht van streek en steden langs de Dender verfraaid en het hebben het zachte toerisme en de milieuvriendelijke recreatie doen groeien.
Dat de bewoners van de Dendervallei langs beide zijden van de taal- en gewestgrens ‘hun’ gemeenschappelijke rivier steeds een warmer hart toedragen en haar een nieuwe toekomst willen geven, daar kan nog nauwelijks aan getwijfeld worden!
Grenzeloze Schelde
|
|